De Sint-Bernarduskerk staat op het Sint-Bernardusplein en is amper enkele tientallen meters van de zeedijk verwijderd.
Grootgrondeigenaar Benjamin CROMBEZ, die het plan had opgevat om hier nabij de IJzermonding een badplaats met allure te ontwerpen, was realist genoeg om in te zien dat hierbij zeker een kerk hoorde. Daarom liet hij in 1877 een neo-romaans kerkgebouw optrekken zonder toren. Hij noemde ze geen “église” maar wel een “édifice”. Het gebouw werd opgetrokken op het westelijk uiteinde van deze ontluikende “plage “ midden de duinen opdat het aldaar zogezegd zeker geen aanstoot zou geven aan villabewoners die zich meer in de nabijheid van het Hendrikaplein kwamen vestigen. In zijn liberale opvatting zou hij zijn “édifice” ter beschikking stellen van de rooms-katholieke, protestantse en Israëlitische godsdiensten. Deze vrijzinnige opvatting lag echter niet in de lijn van de rooms-katholieke wetgeving. Het “édifice” bleef aldus eenzaam en verlaten.
Onder druk van vele misnoegde zomergasten werd het “ édifice” dan eindelijk toch vrij gegeven voor de katholieke eredienst. Toen Benjamin Brombez echter vernam dat er een biechtstoel was ingeplaatst, liet hij woedend dit kerkmeubel in de duinen gooien en zijn “édifice” sluiten.
Ondertussen brachten onderhandelingen B. Crombez uiteindelijk in contact met het bisdom, alwaar hem de toenmalige bisschop mgr. Wafelaert verklaarde dat er geen patronaatsrecht bestond en dat de kerk, om door een pastoor te worden bediend, eigendom moest zijn van een kerkfabriek. Gezien B. Crombez van zijn eigendom geen afstand wilde doen, bleef zijn “edifice” verder zonder bedienaar. Het kruis op de voorgevel werd weggenomen en het “edifice” werd dan maar verder gebruikt als koetshuis voor karren en kruiwagens.
Na het overlijden van B. Crombez op 23 augustus 1902 bleek zijn neef-erfgenaam Henri Crombez veel meer inschikkelijk. Het kerkgebouw werd opnieuw opengesteld en priesters uit het Sint-Bernarduscollege Nieuwpoort verzorgden er de goddelijke diensten. Onder druk van zijn dochter Marie-Madeleine Crombez, vooral naar aanleiding van haar huwelijk afgesloten op 10 november 1906 in het gemeentehuis te Oostduinkerke en kerkelijk ingezegend door de pastoor van Oostduinkerke in de kerk van Nieuwpoort-Baden, kon worden bekomen dat het kerkgebouw voor de som van 20.000 fr. werd verkocht aan het bisdom; dit gebeurde volgens akte verleden op 17 januari 1907.
’s Anderendaags werd door de Bisschop van Brugge aan het ministerie van justitie een voorstel ingediend om hier een zefstandige parochie op te trekken. Deze zaak werd tot een goed einde gebracht door de publicatie van het koninklijk besluit van 26 augustus 1907.
De titelheilige van deze nieuwe parochiekerk werd de heilige Bernardus.
De volgende maand reeds werd alhier op 9 september E.H. Cyriel de Grave als eerste pastoor aangesteld. Hij diende er o.m. te zorgen voor het nodige meubilair. De eerste klok “Bernardus” wordt opgehangen. Zij had de gewone RE als grondklank en was gegoten in het huis Michaux te Leuven.
Tengevolge van een vergissing van de Britse marine vallen twee obussen nabij de parochiekerk. De kerk werd ten gronde vernield.
Kort na de eerste wereldoorlog, tijdens dewelke de kerk ten gronde werd vernield, werd E.H. K. Valcke, onderpastoor te Oostduinkerke, hier te Nieuwpoort-Bad als dienstdoende pastoor aan-gesteld met de zware opdracht te zorgen voor de heropbouw van de kerk.
Alhoewel op de oude grondvesten werd het nieuwe kerkgebouw in 1923 veel sierlijker opgetrokken in een neo-romaanse stijl ter vervanging van een gelijkaardig gebouw uit 1877. Ook kwam er een toren bij van 24 m hoog. Alles gebeurde volgens de plannen van de plaatselijke architect Pierre Vandervoort.
Op dinsdag 31 maart 1925 werd de nieuwe kerk ingezegend door E.H. Ostyn, deken van Veurne en op Palmzondag 5 april werd ze voor het eerst in gebruik genomen, echter nog zonder klokkengelui. Dit liet echter niet lang op zich wachten. Op dinsdag 14 april reeds , de derde paasdag, kon dd. pastoor K. Valcke overgaan tot de wijding van de 214 kg wegende Sint Bernardusklok. In 1928 kwam er nog een klokje bij.
Niet alleen tijdens de Eerste, maar ook aan het eind van de Tweede wereldoorlog werd de kerk van Nieuwpoort-Bad zwaar beschadigd. Pastoor L. Maertens, alhier in december 1944 benoemd, zorgde onmiddelijk voor de opruiming van het puin en voor een voorlopig herstel van het kerkgebouw, alwaar vanaf einde april 1945 de goddelijke diensten konden doorgaan.
Op 9 mei 1945 bij het ontmijnen van een mijnenveld aan de westkant van de kerk gebeurde een geweldige ontploffing waarbij 1500 kg pringstof in de lucht vloog; al het herstelwerk werd vernield en wederom was het gebouw onbruikbaar.
In mei 1947 starte het herstel; vijf maand later kon dan ook de kerk terug worden in gebruik genomen.De herstellingen van 1947 bepalen dan ook mede het huidig uitzicht. De gevels in gele baksteen rusten op een arduinen sokkel. Het stilistisch onderscheid met de gotische kerken van Nieuwpoort-Stad , Ramskapelle en Sint-Joris is in één oogopslag duidelijk. In de Romaanse stijl domineert immers de rondboog terwijl de ornamentiek doorgaans minimaal is. Nochtans is de stijlzuiverheid enigszins geschaad door het gebruik van steunberen tegen de torenromp en de zijbeuken, een element uit de gotiek.
De kerk verscholen achter de stellingen voor een grondige restauratie.
Samen met de restauratie is het kerkplein heringericht. De kerk was ontoegankelijk voor rolstoel gebruikers. In 1996 is veel vraag de kerk toegankelijk te maken. De adviesraad voor personen met een handicap onderzoekt de mogelijkheid en komt met een ontwerp. Het ontwerp stelt voor de toegangsdeur in de linker zijgevel te verhogen tot het niveau van de kerkvloer en een hellend vlak aan te leggen.
Bij de opmaak van plannen voor de herinrichting van het kerkplein is het voorstel door het studibureau opgenomen. De kerk is toegankelijk bij middel van een hellend vlak. Geleiding voor blinden en slecht zienden zijn aangebracht.
In een fronton boven de hoofdingang is een basreliëf met de afbeelding van Christus Zaligmaker omringd door de symbolische voorstelling van de vier evangelisten : Een leeuw voor Marcus, een rund voor Lucas, een gevleugelde engel voor Mattheus en een arend voor Johannes. Het is een beeldhouwwerk van de Antwerpenaar Oscar Jespers (1887 - 1970).
Op de zijgevel langs de westkant is er sedert 11 juni 2005 een plaket ter herinnering aan een ontploffing van een reeks Tellermijnen op 9 mei 1945. Drie Belgische militairen uit Moorsele kwamen daarbij om het leven.
Na het plaatsen van een nieuwe stoel voor de Sint-Bernardusklok op 7 juni 1957 door de klokkengieterij Michiels uit Doornik werden op 2 juli 1957 nog twee nieuwe klokken gewijd.
De "Christus Salvator" : Mondopening : 90 cm Gewicht : 480 kg. (met klepel) Grondklank: La Peter : Burgemeester Floribert Gheeraert Meter : Mevrouw Jozef Spilliaert-Schramme.
De " Onze-Lieve-Vrouw-ter-Duinen" Mondopening : 66 cm Gewicht : 206 kg. (met klepel) Grondklank: Re kruis Peter : Engel Lemaire Meter : Mevrouw Daniel Declercq-Hosten.
Tezamen met de herstemde Sint-Bernardusklok (225 kg, grondklank do-kruis) kon dit nieuwe klokkenspel (wijze : aanvang van "Te Deumzang") voor het eerst haar jubelklanken over de parochie laten uitgalmen op zaterdag 27 julï om 14.15 uur.
De hoodingang van de kerk is enkel open voor erediensten.
De kerk is toeganlijk langs de zijingang.
In een nis in de zijingang staat links een Mariabeeld : Onze Lieve Vrouw met Kind. Die terracotta met middeleeuws karakter, werd ingewijd op 8 december 1954, feest van Onze Lieve Vrouw onbevlekt ontvangen. Een madonna uit Veurne (15de eeuw) stond model. Dit beeld was geboetseerd door Joseph Arnost Gauze, dezelfde kunstenaar-ontwerper van het grote kruisbeeld in het hoogkoor. Hij was gehuwd met de dochter van burgemeester Florizoone van Oostduinkerke.
Boven de toegangsdeur van het middenschip staat een beeld van Sint-Bernardus, patroonheilige van de kerk en de parochie. Dat houten beeld, neogotisch, is afkomstig uit de kapel van de engelbewaarder bij de zusters Jozefieten in de Sinte-Clarastraat te Brugge.
De titelheilige van deze nieuwe parochiekerk werd de heilige Bernardus. Hij werd geboren in 1090 in het kasteel van Fontaines bij Dijon in Frankrijk uit een oud-Bourgondisch geslacht. Hij werd monnik te Citeaux in 1212. Drie jaar later stichtte hij de abdij van Clervaux alwaar hij op twintig augustus 1153 is gestorven; 20 augustus is meteen ook de datum van zijn feestdag. 't Is ook rond deze datum dat de jaarlijkse Sint-Bernardus-feesten worden ingericht in de Nieuwpoortse badplaats. De keuze van Bernardus als patroon van deze nieuwe parochie aan zee viel op deze abt als herinnering aan zijn verblijf in 1139 en 1146 gedurende enkele dagen in de abdij " Ter Duinen", in Koksijde en zijn doorreis alover Nieuwpoort naar Brugge.
Naast de toegangsdeur van het middenschip zijn twee wijwatervaten : één links en één rechts. Daarbij zijn ook vier offerblokken, langs weerszijden twee : één voor de kerk, één voor de missies en twee in vervanging van de beelden van de heilige Rita en de heilige Antonius.
Het monumentale kruisbeeld en het altaar werden gebakken in terracot-tapolderklei in 1948 in de toenmalige Nieuwpoortse steenbakkerij de " Briqueteries de Nieuport et extensions s.a ".
* Het monumentale kruisbeeld, dat onafhankelijk van het altaar is, een werk van de Tsjech Josef - Arnost Gause. Het is 4,5 m hoog, weegt 2000 kg en is geplaatst in oktober 1948.
* Het altaar. Aan de voorzijde staan de beelden van de heilige Donatianus, patroon van ons bisdom, met kruisstaf en wiel, de heilige Petrus met de sleutel, de heilige Paulus met zwaard en boek in de hand en de heilige Bernardus, patroon van de parochie met kromstaf in de hand en bij zijn voeten de mijter en de maquette van de parochiekerk. Dit altaar werd ingewijd op 22 augustus 1949 door Mgr. Lamiroy. Tijdens dit gebeuren werden de relikwieën ingemetseld van de hh. Generosus en Maximus.
Naast de deur van de sacristie is een tabernakel in de muur ingemetseld. Dit kunstwerk is in eikenhout en bekleed met rood koper. Het werd geleverd in 1961 door het huis Devroye uit Brussel en bleef eerst op het hoofdaltaar staan tot 1968. Op de voorzijde staat een boom als symbool van het leven. De eerste en de laatste letters van het Griekse alfabet wijzen erop dat God van alles het begin en het einde is.
De godslamp is een geschenk van pastoor Valcke. Dit zilveren kunstwerk in renaissancestijl werd geleverd door het kunstatelier Vandamme uit Brugge.
De koperen lezenaar in het koor is een geschenk van de parochianen aan E.H. G. Kins ter gelegenheid van zijn viering als 25 jaar pastoor op de Sint-Bernardusparochie. Die lezenaar komt van het kunstatelier Vernimmen uit Brugge (nu Arte-Grossé) . Ze werd geschonken op 10 november 1985.
Het engelenkoor bestaande uit negen engelen is afgebeeld in het brandglas van de boogvenstertjes in het hoogkoor.
Het orgel is van het huis Loncke uit Esen, geplaatst in augustus 1949. Het heeft 810 pijpen en 14 registers. Na restauratie in september 1994 door de firma Bruggeman-Baert uit Marke werd in 2007 op verzoek van de kerkraad nog eens grondig gerenoveerd. Dit gebeurde van 10 april tot eind juli door orgelbouwer Demunck uit Sint-Niklaas.
De kruisweg is te volgen in de boogvensters van de zijbeuken te starten in de linker zijbeuk.
Sedert 7 augustus 1956 is boven het linkerzijaltaar een gekleed beeld van Onze-Lieve-Vrouw met Kind. Het is er geplaatst tussen twee prachtige muurkandelaars. De drie stukken zijn 18de eeuws. Begin 1977 werd vastgesteld dat het beeld gestolen was. Na restauratie door de firma Arte-Grossé werd het beeld teruggebracht op 8 juni 1990.
achteraan
Op dit altaar een uit hout gesneden Piëta, Brabantschool, eind 15 de eeuw.
Boven het altaar: een drieluik : Christus-Koning en de musicerende engelen. Louis Gilleman, een Brugse kunstschilder, penseelde dit werk naar een origineel van Hans Memling.
In de nis achter in de kerk hangt het blazoenbord van een Koninklijke schuttersgilde met als hoofdfiguur St.-Sebastiaan door een pijl gedood.
Er staan twee beelden:
* St.-Antonius : meesterstukje van volkse snijkunst uit de 18 de eeuw.
* H. Rochus van Montpelier, beeld, hout,17 de eeuw.
Beneden, zes koperen gegoten kandelaars op prachtige voetstukken, naar een origineel uit de 13 de eeuw.
In de muur rechts van de toegangsdeur is er een gedenkplaat 1914-1918 aangebracht. Daarop staan de namen van de negen gesneuvelde parochianen. Tijdens de oorlog '40-45 werd de plaat ernstig beschadigd. Ze werd hersteld in augustus 1956.
Lijst van de Pastoors
Cyrille De Grave | 09/09/1907 tot 17/04/I919 | |
Karel Valcke dd. | 23/07/1920 tot 13/06/1931 | |
vast | 14/06/1931 tot 30/11/1933 | |
Alfons Vanden Berghe | 17/12/1933 tot 16/11/1944 | |
Louis Maertens | 12/12/1944 tot 23/04/1954 | |
Pieter Declercq | 14/05/1954 tot 19/08/1960 | |
Gerard Kins | 02/09/1960 tot 06/01/1993 | |
Albert Devloo | 27/03/1993 |
KW 15 maart 2018
Geraadpleegde werken
Nieuwpoort-Bad in woord en beeld - auteur: Lucien Billiet - maart 1982
Nieuwpoort-Bad vroeger en nu - auteur: Lucien Billiet - 1999
Honderd jaar Sint-Bernarduskerk
Nieuwpoort-Bad - auteur Lucien Billiet - 2007
pers